zondag 13 december 2015

Slagveld van gesmolten harten

In de proloog verontschuldigt de schrijver, Chaucer, zich alvast voor wat gaat komen. Dit is helemaal onterecht. Ed Franck zet opnieuw een prachtig stukje literatuur in een nieuw daglicht door het pareltje nog eens op te blinken met zijn vlotte schrijfstijl. The Canterburry Tales konden niet beter herwerkt worden dan in Slagveld van gebroken harten. Het boek is niet alleen vernieuwend, maar ook verrassend, geloofwaardig en verpakt in een mooi jasje.

 

Een kunstwerk van onschatbare waarde

Dit boek kon esthetisch niet mooier zijn. Het is een unieke ervaring om dit boek te lezen. Alleen al de prenten van Carll Cneut maken het een pareltje. De portretten scheiden de verhalen subtiel van elkaar, terwijl de rode tekst letterlijk voor een rode draad zorgt in het boek. Op die manier slaagt Ed Franck er feilloos in om deze losse vertellingen aan elkaar te rijgen. De rode prenten tussendoor zijn een prachtige ondersteuning voor het verhaal zonder het te overdrijven of het einde te verklappen. De portretten lijken een duistere kant te hebben, alsof ieder verhaal een duister detail van het personage dat verteld bloot geeft. Het geeft een heel bijzondere kijk op de karakters die aan het woord zijn, want telkens verandert de verteller in het boek. Er is dan ook steeds een lichte wijziging in de schrijfstijl van Ed Franck bij ieder personage. De abdis’ verhaal is geschreven aan de hand van meer verheven woorden, terwijl het verhaal van de molenaar meer schunnige woorden bevat. De schrijver anderzijds breekt een beetje met de gewone prozastijl door een dichtvorm te hanteren. Je wordt met andere woorden iedere keer opnieuw verrast.

Middeleeuwen worden realiteit

De bovenstaande titel lijkt onmogelijk, toch is het boek zodanig realistisch geschreven, dat het wel degelijk mogelijk is. Je wordt zo opgeslorpt door het verhaal omdat het ontzettend realistisch is geschreven. Het is net of een groep mensen op vakantie gaan met de bus en daarbij afspreken om elk een verhaal te vertellen. Ed Franck beschrijft de reacties van de groepsleden zo nauwkeurig dat het echte mensen zouden kunnen zijn waarmee je op reis vertrekt. Je bent telkens benieuwd wat het volgende verhaal zal zijn. Je leeft zodanig mee dat je op het einde zelf nadenkt over een mogelijk verhaal. De portretten ondersteunen mee de vorming van de personages en zorgen voor een
realistische schetsing van de personages en hun uiterlijke kenmerken, dat je ze in levende lijve kunt voorstellen zonder een ideaal beeld te scheppen. De middeleeuwen worden op die manier in een hip en hedendaags jasje gestoken zonder de historische waarde te laten slabakken.
(Een prent van Carll Cneut, 2013)

In muzische termen zou je dus kunnen besluiten dat onze dirigent Ed Franck een prachtige prestatie heeft neergezet aan de hand van een symfonie van Geoffrey Chaucer. De penseelstrijker Carll Cneut zorgde ervoor dat het plaatje compleet was. Slagveld van gebroken harten is met andere woorden een verkeerde titel voor deze prachtige leeservaring waarbij de haren op je hele lijf recht komen te staan door de realistische blik op The Canterburry Tales. Dit boek maakt je warm om zelf op pad te gaan en verhalen te vertellen. Want wat is er leuker dan samen gezellig verhalen te vertellen?

Bibliografie

Een prent van Carll Cneut. (2013, augustus 23). Opgeroepen op december 6, 2015, van Condituur: http://www.confituurboekhandels.be/nieuws/een-prent-van-carll-cneut-gratis-bij-aankoop-van-een-van-de-4-titels-van-ed-franck-en-carll-cneut
Franck, E. (2013). Slagveld van gebroken harten. Leuven: Davindsfonds.
 Mooij, J. (1979). De motivering van literaire waardeoordelen. Opgehaald van dbnl: http://www.dbnl.org/tekst/mooi002moti01_01/colofon.htm


maandag 17 augustus 2015

Heer Halewijn / Karel Verleyen en Jan H. Verbanck

“Heer Halewijn zong een liedekijn; al wie dat hoorde wou bij hem zijn.” (Verleyen & H. Verbanck, 1999, p.5) Dit is het begin van het bloedstollende boek Heer Halewijn (Verleyen & H. Verbanck,1999) dat het verhaal vertelt van Reinhilde en de prachtige liederen van Halewijn die haar naar hem toezuigen. Daarom gaat ze tegen ieder verbod in en neemt het vurigste paard uit haar vaders stal om deze mysterieuze man te zoeken. Het jonge meisje vindt hem dan ook en stort zich zonder het te beseffen in een avontuur met moeilijke keuzes waarbij niets is wat het lijkt.

Oud en nieuw in harmonie
Allereerst springt de stijl van het boek onmiddellijk in het oog. Ieder hoofdstuk start met een stukje van de oorspronkelijke Middelnederlandse tekst. Dit fragment vormt de basis van het hoofdstuk waarbij de auteurs dieper ingaan op de personages en de mogelijke psychologische verklaringen voor Halewijn zijn gedrag en Reinhildes redenen om hem te willen kennen. De fragmenten uit het originele gedicht en de tekst van Verleyen en Verbanck zorgen voor een mooie samenloop van oud en nieuw waarbij je kan vergelijken voor jezelf en een hypothetische onderliggende betekenis kan achterhalen van deze ridderroman. Het boek vormt een prachtig evenwicht daardoor tussen toen en nu waarbij een hedendaagse thematiek op een originele manier in een ridderlijk jasje wordt gestopt.


Het boek komt tot leven
Vervolgens vond ik het boek opmerkelijk realistisch geschreven. Het fictieve verhaal wordt zo nauwkeurig beschreven dat het op een waargebeurd verhaal begint te lijken als je het leest. Door de details zoals de klederdracht van Reinhilde die uitvoerig besproken wordt, het borduren, het bidden en de aansprekingstitels en namen van de personages maken het levensecht zodat het aanvoelt alsof je je opnieuw in de middeleeuwen begeeft. Al deze kleine details zorgen ervoor dat het verhaal naadloos aansluit bij de reële wereld zodat het moeilijk wordt om fictie en non-fictie van elkaar te onderscheiden. Ook de psychologische diepgang van de personages maakt hen quasi echte mensen met een middeleeuwse gedachtegang. Het zijn geen vlakke karakters maar dynamische personen die de lijn tussen goed en kwaad doen vervagen en elk hun motieven en problemen hebben. Een goed voorbeeld hiervan is de goedhartige broer van Reinhilde die een meisje wil verkrachten om zichzelf te bewijzen aan zijn vader. Dit alles zorgt voor een realistische scène in het aloude Cycou.

Een mooi liedekijn
Je kan dus besluiten dat Karel Verleyen en Jan H. Verbanck een prachtig boek hebben uitgebracht dat je meteen bij de haren vat en je meesleurt naar de fascinerende middeleeuwen. Het verhaal komt opnieuw tot leven door de dynamische schetsen van dit heroïsch gedicht waar een vrouw de heldin is. De stijl op zich is ook heel origineel door de hoofdstukken die telkens beginnen met de oorspronkelijke tekst. Het is dus een avontuur dat je achterover doet leunen in de sofa en je doet tijdreizen naar toen maar tegelijkertijd een beetje naar nu.

Wil je meer weten over de hoofdauteur Karel Verleyen? Sterker nog, wil je weten welke verhalen hij nog meer herwerkt heeft? Heer Halewijn is namelijk niet zijn enige herwerking. Bezoek dan zeker en vast deze website: http://home.scarlet.be/~kv171909/halewijn.html

Bibliografie

Een Hollandse variant op Salomé. (2013, december 14). Opgeroepen op juli 29, 2015, van annoo1900: http://anno1900.nl/2013/12/15/de-hollandse-variant-op-salome/heer-halewijn-plaat-18-henricus/
Karel Verleyen Jeugdauteur. (sd). Opgeroepen op juli 29, 2015, van Scarlet: http://home.scarlet.be/~kv171909/halewijn.html
Mooij, J. (1979). De motivering van literaire waardeoordelen. Opgehaald van dbnl: http://www.dbnl.org/tekst/mooi002moti01_01/colofon.htm

Verleyen, K., & Verbanck, J. H. (1999). Heer Halewijn. Leuven: Davidsfonds/Infodok.

maandag 24 november 2014

Parcival / Ed Franck

Parcival / Ed Franck


Voor deze blog heb ik Parcival (Franck, 1996)gelezen. Deze herwerking van de bekende saga sprak mij enorm aan. Dit is voornamelijk gelegen aan de auteur Ed Franck, die al veel ervaring heeft met het herwerken van Arthurromans.
Op realistisch vlak is dit werk een pareltje. Je reist als het ware terug naar de tijd van koning Arthur. Het woud, waarin Parcival woonde met zijn moeder, sprak onmiddellijk tot mijn verbeelding. De personages, voornamelijk Parcival zelf, zijn enorm herkenbaar. Jongeren, die het doelpubliek zijn van deze herwerking, hebben dit gevoel ogenschijnlijk nog meer.  De middeleeuwse sfeer is duidelijk terug te vinden in dit boek wat het ook zo realistisch maakt. Je beleeft de queeste alsof je zelf mee op zoek gaat naar die wonderbaarlijke graal waardoor je zelf begint na te denken over wat die graal al dan niet zal zijn. Ik heb mezelf vaak betrapt op het feit dat ik hoopte dat het anders zou aflopen dan het originele verhaal.

Als je de intentie van het boek en de intentie van het oorspronkelijk verhaal gaat vergelijken, dan merk je meteen dat ze allebei hetzelfde willen bereiken en dezelfde boodschap hebben. Het verschil tussen deze uitvoeringen is dat Ed Franck nog meer de boodschap ondersteunt aan de hand van de psychologische diepgang. Hij beschrijft Parcival tot in zijn diepste gedachten waardoor je achteraf het einde van het verhaal nog beter begrijpt en dus ook de boodschap van het verhaal beter vat. Dit is duidelijk te merken wanneer Parcival de graal niet gevonden heeft. De auteur maakt niet alleen gebruik van de psychologische diepgang om de intentie te staven, maar ook het realistische. Hij maakt het verhaal zo realistisch, begrijpelijk en zelfs zo eigen aan jezelf, dat de boodschap nog dieper bij je indringt. Je herkent je eigen leefwereld, je eigen angsten en verlangens er in zodat je Parcival gaat begrijpen. Je bent het hele verhaal mee met hem op queeste naar de graal en achteraf besef je dat het helemaal niet om de graal gaat. De essentie van deze saga heeft Ed Franck niet alleen mooi neergeschreven, hij heeft het me werkelijk laten voelen. (De Mythe van Parsifal, sd)
(Parcival, s.d.)

Zowel de intentie als het realistische kan je herleiden naar maar een werkelijke basis, het morele aspect van dit boek. Voortdurend vraag je je af of Parcival goed handelt. Aangezien de mentaliteit en de ethiek in de middeleeuwen anders was dan nu, weet je niet wat te verwachten. Daar heeft Ed Franck uitstekend op ingespeeld. Hij gebruikt de lezer zijn onwetendheid om de lezer telkens opnieuw te doen twijfelen tussen goed en kwaad. De auteur doet dit door de grens tussen beiden enorm vaag te maken. Herzeloïde, de moeder van Parcival, zou je als slecht kunnen aanzien. Tegelijkertijd zie je ook in dat ze Parcival wou beschermen tegen zichzelf. De karakters van de hoofdfiguur is ook zodanig in de diepte uitgewerkt dat je Parcival niet ziet als de heroïsche ridder, maar als een mens van vlees en bloed die opzoek is naar zichzelf.
Kortom, deze drie elementen zijn voor mij de meest doorslaggevende argumenten om dit boek een hoge waarde toe te eigenen. Ed Franck heeft in deze herwerking duidelijk de boodschap weergeven van de saga en heeft het verhaal zo tot leven gewekt dat de zwart-witte karakters vervangen worden door mensen met idealen en gebreken. Dit is naar mijn mening de formule tot een boek die kan bekoren.
                                                                                                                                                  

Bibliografie

De Mythe van Parsifal. (sd). Opgeroepen op november 22, 2014, van Buro Parsifal: http://www.parsifal.nu/de-mythe-van-parsifal
Franck, E. (1996). Parcival. Altiora: Averbode NV.
Mooij, J. (1979). De motivering van literaire waardeoordelen. Opgehaald van dbnl: http://www.dbnl.org/tekst/mooi002moti01_01/colofon.htm
(s.d.).Parcival. Opgeroepen op november 22, 2014, van http://www.vvlg.be/nl/recensies/middeleeuwen/late_middeleeuwen/)424(/parcival_naar_chretien_de_troyes-1495.html

    


donderdag 6 november 2014

Interview Nederlands Schriftelijke Taalvaardigheid

"Rope-skipping, dat is pure fun en ontspanning"


Melanie tijdens het rope-skippen
Melanie Bonte is een fervente rope-skipster. Er komt natuurlijk meer bij kijken dan je zou denken. Vaak worden heel wat dingen verondersteld over deze sport. Daarom wou Melanie eens haarfijn uitleggen hoe rope-skipping als hobby nu werkelijk in elkaar zit.

Melanie, hoelang doe je al aan rope-skippen?
Eigenlijk doe ik dit al sinds ik in het eerste leerjaar zat. Dat zal dan ongeveer dertien jaar zijn. Ik verschiet wel een beetje. Als je daar zo over nadenkt, besef je pas hoelang je dit al doet.
Dat is inderdaad wel al een hele tijd. Doe je ook mee aan competities?
Uiteraard, ik doe voortdurend mee aan competities. Soms kan het dan wel eens lastig zijn wanneer er vele competities na elkaar zijn, maar ik doe dat wel graag. 
Dan moet je ook veel trainen?
Ja, anders kan je niet veel op die wedstrijden gaan doen. Ik train daarom tweemaal per week. Dat zijn dan telkens twee uren. Vaak oefen ik dan ook eens choreografieën in die ik zelf heb gemaakt. In die choreografieën kruipt vaak het meeste werk.
In welke club ga je dan trainen? Of doe je dit op jezelf?Ik zit in The Handles. Ik vind dat echt een toffe club. We hebben heel veel toffe clubleden en dat maakt het nog zo leuk.
Waar haal je de meeste voldoening dan uit?
Rope-skipping is zo ontspannend. Het maakt je volledig los. Als ik een slechte dag achter de rug heb, spring ik het allemaal van me af. Op dat moment zijn al mijn zorgen voor even weg. Dat is voor mij het mooiste aan rope-skipping.
Als je dit zo graag doet, waarom maak je je beroep er niet van?
Soms zou ik dat wel willen, maar het is quasi onmogelijk om van rope-skipping je beroep te maken. Het wordt dan ook amper betaalt. Ik hou het dus bij leerkracht worden en als hobby behoud ik rope-skipping. Ik doe het toch puur voor het amusement en de ontspanning. Meer hoeft dat voor mij niet te zijn. 

Gwen Baeyens